Tijdje weg? Zo overleven je planten de zomer in Spanje

Daar gaan we weer. Je gaat even weg. Naar Nederland, een paar weken familie, of gewoon even de rust opzoeken buiten de toeristenchaos. Je huis blijft achter. Stil. Warm. En in de hoek: die ene monstera, je geliefde kentia, misschien zelfs een paar eigenwijze stekjes. Ze kijken je aan zoals een hond dat zou doen – maar dan met bladeren. En jij denkt: “ach, dat redden ze wel.” Spoiler: dat doen ze dus vaak níet. Daarom hierbij een gids: “Zo overleven je planten de zomer in Spanje”

1. Zet je planten bij elkaar (en uit de zon)

Planten zijn net mensen: ze houden van gezelschap. Door ze dichter bij elkaar te zetten, creëren ze samen een soort mini-jungleklimaat. Dat helpt om de luchtvochtigheid iets op peil te houden. Maar let op: geen siësta in de volle zon. Vooral aan de zuid- of westkant van Spaanse huizen is het licht in mei al genadeloos. Dus:

• Filter het licht met een gordijn of vitrage
• Laat de rolluiken half zakken
• En zet ze een meter van het raam af als dat kan

Ik spreek uit ervaring: mijn goudpalm zag er ooit uit alsof hij drie uur in de friteuse had gestaan.

2. Water geven? Liever slim dan veel

De klassieke fout: vlak voor vertrek je planten verdrinken “voor de zekerheid”. Niet doen.

Beter is een goede, langzame watergift 24 uur van tevoren, zodat de grond het gelijkmatig opneemt. En daarna:

• Hydrokorrels bovenop tegen verdamping
• Een natte doek onder de pot voor lichte capillaire werking
• Of, voor wie het systeem kent: een capillaire mat met reservoir

Planten met stevige wortels, zoals monstera’s, zuigen daar rustig een week op door. Palmen houden van vochtige lucht, maar niet van blubber. Geloof me.

3. Die fles-op-z’n-kop? Test dat éérst!

Ja, je kunt een waterfles ondersteboven in de aarde steken. Maar test dat systeem eerst. Soms loopt-ie in één nacht leeg, soms gebeurt er drie weken niks. En als je potgrond te compact is, werkt het sowieso niet. Ik gebruik het alleen bij grote planten in serieuze potten. En alleen als ik erbij sta om het te controleren. Anders voelt het alsof je de kat laat oppassen op het vogelhuisje.

4. Een plantenoppas: het beste systeem dat er is

Heb je iemand die wil langskomen? Geweldig. Maar geef ze géén roman mee. Kort en duidelijk werkt beter:

• Steek een vinger in de grond: droog? Geef water. Vochtig? Niks doen.
• Geef alleen de planten water die écht dorstig ogen.
• En zet één plant demonstratief bij de voordeur. Psychologisch werkt dat wél.

Ik laat altijd een handgeschreven briefje achter. Mijn standaardregel: “Als je twijfelt, kijk dan naar de palm. Die liegt nooit.”

5. Gouden regel: liever een beetje dorst dan verzuipen

Planten kunnen ook in Spanje de zomer prima drie weken overleven met wat minder water en licht. Wat ze niet overleven? Hitte, zon én natte voeten tegelijk. Laat dus nooit een schoteltje vol water onder een pot staan. Houd het luchtig, houd het stabiel – en bovenal: houd het simpel.

Tot slot

Een huis met karakter heeft planten met eigenheid. En die verdienen het om je afwezigheid te overleven zonder trauma. Met een beetje planning krijgen ze dat best voor elkaar. En als je thuiskomt, staan ze daar gewoon weer. Stil. Groener. En een beetje trots.